KERKENBELEIDSPLAN HULDENBERG

Versie 1 – november 2017

Inhoud

INLEIDING ................................................................................................................................................ 4

1. SITUERING KERKGEBOUWEN .............................................................................................................. 5

- Sint-Agathakerk, Leuvensebaan zonder nummer, Sint-Agatha-Rode (Huldenberg) ............................ 5

- Sint-Antoniuskerk, J.Van der Vorstlaan zonder nummer, Loonbeek (Huldenberg) .............................. 5

- Sint-Niklaaskerk, Kerkstraat zonder nummer, Ottenburg (Huldenberg) .............................................. 5

- Sint-Pieter en Pauwelkerk, Dorpsstraat zonder nummer, Neerijse (Huldenberg ) ............................... 5

- Onze-Lieve-Vrouwekerk, St.-Rochusstraat zonder nummer, Huldenberg ............................................ 5

2. FICHE PER KERKGEBOUW .................................................................................................................... 6

2.1. Sint-Agathakerk in Sint-Agatha-Rode ........................................................................................... 6

2.1.1. Identificatie Naam: parochiekerk Sint-Agatha ..................................................................... 6

2.1.2. Beschrijving............................................................................................................................ 7

2.1.3. Situering van het gebouw in zijn ruimtelijke omgeving ...................................................... 10

2.1.4. Beschrijving van het actueel gebruik en de actuele functie ................................................ 11

2.2. Sint-Antonius in Loonbeek ......................................................................................................... 12

2.2.1. Identificatie .......................................................................................................................... 12

Naam: parochiekerk Sint-Antonius ............................................................................................... 12

2.2.2. Beschrijving.......................................................................................................................... 13

2.2.3. Situering van het gebouw in zijn ruimtelijke omgeving ...................................................... 15

2.2.4. Beschrijving van het actueel gebruik en de actuele functie ................................................ 18

2.3. Sint-Nicolaaskerk in Ottenburg .................................................................................................. 19

2.3.1. Identificatie .......................................................................................................................... 20

Naam: parochiekerk Sint-Niklaas .................................................................................................. 20

2.3.2. Beschrijving.......................................................................................................................... 20

2.3.3. Situering van het gebouw in zijn ruimtelijke omgeving ...................................................... 22

2.3.4. Beschrijving van het actueel gebruik en de actuele functie ................................................ 23

2.4. Sint-Pieter en Pauwelkerk in Neerijse ........................................................................................ 24

2.4.1. Identificatie .......................................................................................................................... 24

2.4.2. Beschrijving.......................................................................................................................... 25

2.4.3. Situering van het gebouw in zijn ruimtelijke omgeving ...................................................... 28

2.4.4. Beschrijving van het actueel gebruik en de actuele functie ................................................ 32

2.5. Onze-Lieve-Vrouwekerk in Huldenberg ..................................................................................... 34

2.5.1. Identificatie .......................................................................................................................... 34

2.5.2. Beschrijving.......................................................................................................................... 34

2.5.3. Situering van het gebouw in zijn ruimtelijke omgeving ...................................................... 36

2.5.4. Beschrijving van het actueel gebruik en de actuele functie ................................................ 36

3. NAAR EEN TOEKOMSTVISIE ............................................................................................................... 38

3.1. Onderbouwde visie op het toekomstig gebruik en de toekomstige functie .............................. 38

3.2. Plan van aanpak hoe de toekomstige invullingen zullen worden onderzocht ........................... 45

BESLUIT .................................................................................................................................................. 46

INLEIDING

Dit kerkenbeleidsplan omvat volgende gebouwen voor de rooms-katholieke eredienst op het grondgebied van de gemeente HULDENBERG:

- Sint-Agathakerk in Sint-Agatha-Rode

- Sint-Antoniuskerk in Loonbeek

- Sint-Niclaaskerk in Ottenburg

- Sint Pieter en Pauwelkerk in Neerijse

- Onze-Lieve-Vrouwekerk in Huldenberg

Voor de ontwikkeling van dit kerkenbeleidsplan werd een stuurgroep opgericht met vertegenwoordigers uit elk parochie, de gemeente, de cultuurraad en de jeugdraad.

De stuurgroep 6 keer bij mekaar en er werd ook een afzonderlijke vergadering belegd met de cultuur- en jeugdraad.

Elke bijeenkomst bestond uit 2 delen: een bezoek aan één van de 5 kerken en een nabespreking/brainstorm. Tijdens het bezoek aan de kerk werd ingegaan op de geschiedenis van de kerk, de pastorale werking en de omgeving van het kerkgebouw.

Tijdens de bijeenkomsten na het kerkbezoek werd in groep nagedacht over welke mogelijkheden het kerkgebouw zou kunnen bieden naast de eredienst.

Het traject werd extern begeleid door Johan Vencken van de Bardijnen. Het kerkenbeleidsplan werd opgemaakt volgens het sjabloon van het Centrum Religieuze Kunst en Cultuur (CRKC).

Dit kerkenbeleidsplan werd opgemaakt in overleg tussen de gemeente Huldenberg, het centraal kerkbestuur van Huldenberg en alle kerkfabrieken die eronder ressorteren en wordt vervolgens ter goedkeuring voorgelegd aan: - de bisschop van Aartsbisdom Mechelen-Brussel - de gemeenteraad van de gemeente Huldenberg

In dit kerkenbeleidsplan worden allereerst de betrokken kerkgebouwen ruimtelijk gesitueerd. Vervolgens volgt een bespreking van elke kerk afzonderlijk. Aan bod komen een beschrijving, een situering in de ruimtelijke omgeving en een beschrijving van het actueel gebruik en de actuele functie. Aan het einde van dit document is er een overzichtstabel met de genomen opties (per kerk), de visie die hieraan ten grondslag ligt en het traject dat is of zal worden opgestart om deze toekomstige invulling te realiseren.

1. SITUERING KERKGEBOUWEN

- Sint-Agathakerk, Leuvensebaan zonder nummer, Sint-Agatha-Rode (Huldenberg)

- Sint-Antoniuskerk, J.Van der Vorstlaan zonder nummer, Loonbeek (Huldenberg)

- Sint-Niklaaskerk, Kerkstraat zonder nummer, Ottenburg (Huldenberg)

- Sint-Pieter en Pauwelkerk, Dorpsstraat zonder nummer, Neerijse (Huldenberg )

- Onze-Lieve-Vrouwekerk, St.-Rochusstraat zonder nummer, Huldenberg

2. FICHE PER KERKGEBOUW

2.1. Sint-Agathakerk in Sint-Agatha-Rode

2.1.1. Identificatie Naam: parochiekerk Sint-Agatha

Geografische ligging

- Leuvensebaan zonder nummer, Sint-Agatha-Rode (Huldenberg)

- Provincie: Vlaams-Brabant

Plaats in kerkelijke structuur

- Bisdom: Mechelen-Brussel

- Dekenaat: Overijse

- Pastorale zone: Huldenberg

- Parochie: Sint-Agathaparochie

Eigenaar: Gemeente Huldenberg

Bescherming(en)

- De parochiekerk Sint-Agatha te Sint-Agatha-Rode, is beschermd als monument omwille van het algemeen belang gevormd door de volkskundige waarde en de historische waarde en meer bepaald de architectuurhistorische waarde

2.1.2. Beschrijving

a) Cultuurhistorische waarde

De Sint-Agathakerk is een gotische kerk met ingebouwde westertoren, opklimmend tot de 13de eeuw. Het schip en koor zijn herbouwd in laatgotische stijl in de loop van de 15de en 16de eeuw. De kerk is omringd door het kerkhof en de kerkhofmuur.

Historiek

Sint-Agatha-Rode ontstond waarschijnlijk in de 11de eeuw en de graaf van Leuven – Godfried I – bouwde er toen waarschijnlijk een kerk. In 1140 draagt Godfried II het tiendenrecht over aan het kapittel van de collegiale Sint-Pieterskerk in Leuven. Hoogstwaarschijnlijk werd er een in oorsprong romaans kerkgebouw opgetrokken dat circa 1400 verbouwd werd tot het huidige uitzicht.

Eind 16de eeuw werd de kerk door de Geuzen verwoest en pas in 1597 (durend tot circa 1608) werd met de herstellingen begonnen. Uit decanale visitatieverslagen die in de 17de gewag maken van verwoesting door brand in het presbyterium en van het ontbreken van glasramen kan mogelijk afgeleid worden dat vooral de oostzijde van de kerk beschadigd was.

Omstreeks het midden van de 18de eeuw (circa 1750) laat het Sint-Pieterskapittel een "nieuwe sacristie" bouwen, nadat deze - sinds begin 17de eeuw in verval zijnde, middeleeuwse ruimte - nog opgeknapt werd in het begin van de 18de eeuw. Vermoedelijk werd de oude sacristie echter grondig verbouwd. In 1719 worden onderhoudswerken uitgevoerd aan het dak en in 1782 worden de gewelven onder handen genomen.

Begin 19de eeuw worden herstellingen aan de toren uitgevoerd (1804-1806). De kerkhofmuur ondergaat een restauratie midden 19de eeuw, zoals blijkt uit de inscriptie op een steen in de muur tegenover het kerkportaal: "Restauratum anno 1855". Diezelfde datum is ook terug te vinden op een steen van de zuidelijk kerkmuur voorafgegaan door een praktisch onleesbaar graffito (MIPIGEO MVB?) staat ook hier 1855. Wellicht werden bij de werken aan de toren en de kerkhofmuur ook de kerkmuren hier en daar bijgewerkt.

Vermoedelijk naar aanleiding van de klassering als monument van derde klasse in 1901 wordt bij de Koninklijke Commissie voor Monumenten en Landschappen een aanvraag tot restauratie ingediend. Vervolgens wordt in 1955 opnieuw een vraag tot restauratie gesteld en wordt architect Vandoren belast met het maken van een ontwerp. De werken behelsden vermoedelijk het dak, waarbij de leien, bebording en dakgoten van de hele kerk vernieuwd en de galmgaten van de toren gerestaureerd werden.

Beschrijving

Het driebeukige schip van drie traveeën ligt achter een robuuste vierkante toren, die gevat is tussen de uiteinden van de zijbeuken. De oorspronkelijke ingangen in het midden van de zijbeuk en in het presbyterium zijn dicht gemetseld. De steunen en profielen zijn weinig ontwikkeld, het schip bevat ronde pijlers bekroond met een ruw bewerkt kapiteel, dat de blinde scheibogenarcades van de middenbeuk draagt. Sobere sluitstenen en ribben worden opgevangen door geprofileerde kraagstenen.

De pseudo-transeptarmen worden gevormd door het verlengde van de zijbeuken in de oostelijke travee.

Een twee traveeën diep koor loopt uit op een vijfhoekige absis, het koor is rijker versierd en bevat bovenlichten op hoge afzaat. De hoge spitsboogvensters met afzaat worden omlijst door de uiteinden van de gewelfribben, die van kapitelen met loofwerkversiering voorzien zijn en op gehistoriseerde consoles rusten ter hoogte van het kordon, dat de benedenmuur afzet. Er gebeurden enkele wijzigingen van de figuurtjes in 15de en 16de eeuw(?).

Meubilair

Er staan een barok altaar en doopvont met een zwevende eucharistische duif achter in de noordelijke zijbeuk (17de eeuw). Ver bevinden zich lambriseringen (houtwerk) en een noordelijke deur in het koor (einde 18de eeuw), en de deurvleugel van het westportaal heeft het jaartal 1913 op de makelaar.

• Archief Onroerend Erfgoed Vlaams-Brabant, DB000519, Sint-Agathakerk, Beschermingsvoorstel kerk en dorpskern, 12/04/1979.

• Archief Onroerend Erfgoed Vlaams-Brabant, DB000519, Sint-Agathakerk, De parochiale kerk van Sint Agatha–Rode, een kunsthistorische studie ter voorbereiding van de restauratie, december 1980.

• Archief Onroerend Erfgoed Vlaams-Brabant, DB000519, Sint-Agathakerk, Sint Agathakerk te Sint- Agatha-Rode: Historisch en bouwfysisch onderzoek en restauratieopties, augustus 2005.

• GENICOT L.F., VAN AERSCHOT S., DE CROMBRUGGHE A., SANSEN H. & VANHOVE J. 1971: Inventaris van het cultuurbezit in Vlaanderen, Architectuur, Provincie Brabant, Arrondissement Leuven, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen 1, Luik.

Muurschilderingen

Op de oostelijke muur van het noordelijke pseudo-transept bevinden zich meerdere en zeer verscheiden muurschilderingen.

Bovenaan is een Laatste Oordeel (280 x 300 cm) te zien. Het tafereel is gedeeltelijk blootgelegd; twee fragmenten -een engel die op een bazuin blaast en verdoemden in de hellemuil- ondergingen een restauratieproef. De opbouw van de voorstelling gaat terug op de middeleeuwse compositie van het Laatste Oordeel, doch is renaissancistisch van stijl. Zij is geschilderd in olieverf.

In de onderste zone is links de Heilige Sebastiaan voorgesteld als een jonge man, gekleed in een harnas met daarboven een rode mantel. Pijl en boog waren zijn martelwerktuigen en werden daarom zijn vaste attributen. Sebastiaan was een Romeins legerhoofdman onder keizer Diocletianus. Omwille van zijn christelijk geloof werd hij met pijlen doorzeefd, doch overleefde deze pijnlijke steken. Volgens de gelovigen wist hij daarom ook de pestaanvallen te immuniseren, en dus werd hij hiervoor veelvuldig aangeroepen.

Beneden rechts is vermoedelijk -evenwel zwaar beschadigd- een tweede populaire pestheilige voorgesteld, namelijk de Heilige Rochus van Montpellier met pelgrimsstaf. Volgens de legende werd Rochus circa 1350 geboren met een rood kruisje op de borst. Zijn naam is daarom afgeleid van het Latijnse rubeus, rood. Op de terugweg van een bedevaart naar Rome genas hij talrijke pestlijders door hen een kruisteken te geven. Zelf werd hij ook slachtoffer van de gevreesde ziekte, doch genas op wonderbare wijze.

De Heilige Sebastiaan en de Heilige Rochus (120 cm) zijn voorgesteld overeenkomstig de laat 15de-eeuwse beeldtraditie. De eerder tengere figuren zijn plastisch geschilderd. Zij kunnen gedateerd worden in het laatste kwart van de 15de eeuw.

Het decoratieve rankwerk dat de scheiboog versiert loopt door op het gewelf, zoals op de steekproeven zichtbaar is. Gescheiden door een witsellaag ligt deze schildering bovenop de beide heiligenfiguren. Deze florale motieven hebben een laatmiddeleeuws karakter (16de eeuw). De figuur van de Salvator Mundi met wereldbol is nog recenter.

Met uitzondering van het Laatste Oordeel dat in olieverf geschilderd is, zijn de overige voorstellingen uitgevoerd in tempera. De preparatielaag bestaat uit een zeer oneffen kalkmortel. De schilderingen werden in 1983 tijdens de voorbereidingswerken voor het schilderen van de kerk toevallig zichtbaar, bij het afsteken van loszittende verflagen. Hier dient vermeld dat dergelijke toevallige vondsten altijd nadelig zijn voor het kunstwerk.

Bronnen

• Onderzoek, blootgelegd en integratieproef einde 1983 - begin 1984 door Walter Schudel voor het Restaurateurscollectief, in samenwerking met Marc Henricot.

• BERGMANS A. 1994: Huldenberg, Sint-Agathakerk te Sint-Agatha-Rode, in: BUYLE M. & BERGMANS A., Middeleeuwse muurschilderingen in Vlaanderen, M&L Cahier 2, Brussel, 140-141.

• BERGMANS A. 1998: Middeleeuwse muurschilderingen in de 19de eeuw. Studie en inventaris van middeleeuwse muurschilderingen in Belgische kerken, KADOC Artes 2, Leuven, 317. (met bibliografie, archivalische en iconografische bronnen)

• SCHUDEL W. 1984: Onuitgegeven verslag van de behandeling.

• Agentschap Onroerend Erfgoed 2017: Muurschilderingen Sint-Agathakerk [online], https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/301504 (geraadpleegd op 5 november 2017).

b) Architecturale mogelijkheden De architecturale mogelijkheden van de Sint-Agathakerk zijn zeer beperkt. Uitbreidingsmogelijkheden zijn er hoegenaamd niet aangezien de kerk beschermd is en ook gelegen is midden in het omringende kerkhof. Uitbreiding is op zich ook niet aangewezen of wenselijk.

Een belangrijke asset zou de ontsluiting van de grondvesten van de romaanse kerk zijn door zichtbaar te houden bij het leggen van de vloer. Technisch is dat natuurlijk mogelijk maar dat moet bekeken worden. Nu de kerk volledig open ligt is het wel het moment om dat in overweging te nemen. Dit zou bekeken moeten worden met de architect. In elk geval zijn er weinig kerken waar dat gebeurt en dat zou de kerk van Sint-Agatha-Rode wel een troef geven in de positionering op erfgoed- en toeristisch gebied. De kerk heeft een capaciteit van xxxx zitplaatsen (aan te vullen). De stroomvoorziening : nog aan te vullen. De elektriciteitsvoorzieningen bestaan uit …………….

c) Bouwfysische toestand De kerk wordt momenteel volledig gerestaureerd. De restauratie is gestart op 29/02/2016 en zal 590 werkdagen duren. Voor uitgebreidere informatie over de restauratie verwijzen we naar het restauratiedossier van de kerk.

2.1.3. Situering van het gebouw in zijn ruimtelijke omgeving

(Bron: geo.onroerenderfgoed.be)

De Sint-Agathakerk maakt deel uit van het beschermde dorpszicht (blauwe zone op de afbeelding) samen met de kerkhofmuur en de vrijheidsboom. De kerk wordt omringd door het kerkhof. In de nabijheid is er de pastorie die momenteel niet in gebruik is en ook volledig gerestaureerd moet worden.

Op wandelafstand van de kerk ligt Huis Ter Dijle waar onder meer de Heemkundige Kring van Huldenberg gevestigd is met haar rijk archief, alsook de Vlaamse Vereniging voor Familiekunde – afdeling Huldenberg. Aan Huis Ter Dijle is ook de parochiezaal gevestigd.

In de nabijheid van de kerk is er ook het natuurpark Dijleland met de voormalige visvijvers, wandelpad en vogelkijkhut. De Dijle stroomt eveneens kort bij de kerk. De Sint-Agathakerk ligt in de nabijheid van het wandelknooppuntennetwerk, maar er zijn geen punten in de directe omgeving. Zijn horeca en logeermogelijkheden in de directe omgeving (Huis van Rooi en De Plataan).

De kerk is thematisch verbonden met de omgeving en de regio door onder andere de ijzerzandsteen die we ook in Loonbeek terugvinden. Via die steen kunnen er linken gelegd worden naar andere plaatsen van betekenis in Huldenberg en daarbuiten. Dit schept potentieel voor toeristische routes. Vandaag lopen er al enkele wandel- en fietsroutes in de buurt van de kerk. Daar moet op ingespeeld worden.

Via de muurschilderingen is de kerk verbonden met de kerken van Loonbeek en Neerijse. Ook dat kan meegenomen worden in de toeristische erfgoedverhaal. Zie hiervoor verder in hoofdstuk 3.

2.1.4. Beschrijving van het actueel gebruik en de actuele functie

Liturgische activiteiten

De kerk is nog steeds in gebruik voor de eredienst. Door de restauratie gaan er tot in 2019 geen diensten door. De wekelijkse eredienst gaat normaal door op zondag. Daarnaast zijn er ook doopvieringen en begrafenissen. Op kerkelijke hoogdagen zijn er ook vieringen.

Niet-liturgische activiteiten

Gezien de kerk momenteel gesloten is voor het publiek is er op dit ogenblik geen valorisatie, tenzij op vb. Open Monumentendagen wanneer de werf toegankelijk wordt gemaakt voor het publiek. Op die dagen is er steeds veel bijval van het publiek.

De kerk werd tot aan de restauratie ook gebruikt voor concerten omwille de goede akoestiek van het gebouw. Er worden ook tentoonstellingen in gehouden. In het meest van de gevallen zijn de organisatoren verenigingen of instanties uit Huldenberg en omgeving.

Er is ook een vestimentaire erfgoedcollectie van kazuifels die in een permanente

tentoonstelling zou kunnen verwerkt worden.

2.2. Sint-Antonius in Loonbeek

(Bron: Gemeente Huldenberg)

2.2.1. Identificatie

Naam: parochiekerk Sint-Antonius

Geografische ligging

- J.Van der Vorstlaan zonder nummer, Huldenberg (Vlaams-Brabant)

- Provincie: Vlaams-Brabant

Plaats in kerkelijke structuur

- Bisdom: Mechelen-Brussel

- Dekenaat: Overijse

- Pastorale zone: Huldenberg

- Parochie: Sint-Antonius

Eigenaar: Gemeente Huldenberg

Bescherming(en): - is vastgesteld als bouwkundig erfgoed Parochiekerk Sint-Antonius 5/10/2009 - is beschermd als monument Parochiekerk Sint-Antonius op 15/03/1938

2.2.2. Beschrijving

a) Cultuurhistorische waarde

Kleine, éénbeukige kerk in gotische stijl, grosso modo dagtekenend uit de 15de eeuw. Langsgevels geritmeerd door steunberen; vlakke hoofdgevel (circa 1905) bekroond met een klokkentorentje; koor uitlopend op een vijfzijdige apsis. Witgekalkte bakstenen voorzien van een zandstenen plint en speklagen. Westgevel voorzien van een hoog, modern glasraam boven een nieuwe ingang (oorspronkelijk was laatstgenoemde vermoedelijk voorzien in de zuidmuur). Beuk overkluisd met een van houten bebording voorzien gewelf met zichtbare trekbalken.

(Het beeld van Sint-Antonius en één van de grafzerken in de kerk. Bron: Foto’s J. Vencken)

Vrij diep koor met stucoverwelving uit de 18de eeuw bekostigd door de kasteelheren Van der Vorst (wapensteen). Uitbreiding van het gebouw na oprichting van de parochie (1874). Oorspronkelijke devotiekapel aan de noordzijde. Bijgebouwen aan de zuidzijde (ter plaatse van de huidige sacristie) verbouwd in moderne tijden: verdieping uit de 17de eeuw (noordzijde).

Er is een gotisch Sint-Antoniusbeeld (noordkapel); renaissancistisch getinte grafzerken (koor: 1546 en 1556-1559; beuk: 1569). In oktober 1995 werd het beeld van Sint-Antonius (17e eeuw) gestolen. De parochianen voelden zich verweesd en “vaderloos”. Gelukkig werd de diefstal vlug opgehelderd en kreeg de patroonheilige terug zijn vaste plaats in de kerk.

• Bron: Genicot L.F., Van Aerschot S., de Crombrugghe A., Sansen H. & Vanhove J. 1971: Inventaris van het cultuurbezit in Vlaanderen, Architectuur, Provincie Brabant, Arrondissement Leuven, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen 1, Luik.

• Auteurs: Genicot, Luc; Sansen, Hadewych; Van Aerschot, Suzanne; Vanhove, Jacqueline & de Crombrugghe, Anne. Datum tekst: 1971

• Agentschap Onroerend Erfgoed 2017: Parochiekerk Sint-Antonius [online], https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/43315 (geraadpleegd op 5 november 2017).

b) Architecturale mogelijkheden

De architecturale mogelijkheden zijn hier zeer beperkt bijna onbestaande omdat de kerk omringd is door het kerkhof. Het kerkhof is op zich dan wel niet beschermd maar het maakt onlosmakelijk deel uit van het karakter van het kerkgebouw. Er is ook geen echte nood aan bijkomende bouwwerken.

Er is evenwel geen sanitair in het kerkgebouw. Dat maakt het mogelijk gebruik voor nevenbestemming moeilijker. Een mogelijke oplossing zou kunnen zijn dat het bestaande keldertje (toegang langs buiten) wordt omgebouwd. Vraag is dan waar het materiaal naartoe moet dat er momenteel in bewaard wordt. Het doksaal is een moeilijke optie, want ook daar staat materiaal. Dat zijn echter praktische beslommeringen die meegenomen moeten worden in de verdere uitwerking van de valorisatie. De kerk heeft een capaciteit van xxxx zitplaatsen (aan te vullen). De stroomvoorziening : nog aan te vullen. De elektriciteitsvoorzieningen bestaan uit …………….

De toegankelijkheid moet ook bekeken worden. Vandaag zijn de treden een drempel voor mindervaliden. Dit kan opgelost worden door een hellend vlak. Mobiel wegens het beschermd karakter van de kerk.

De elektriciteitsvoorzieningen moeten ook gecheckt worden in functie van de capaciteit die nodig is om van de kerk een artistiek centrum te maken (zie verder).

c) Bouwfysische toestand

Er is een dringende restauratie nodig van het dak en het torentje. We verwijzen hiervoor verder naar het inspectieverslag van de Monumentenwacht nr. B-26-20-20155-2015B Inspectie van 30/04/2015).

De gemeente Huldenberg kan dit mogelijk meenemen als een prioriteit in de nieuwe meerjarenplanning op basis van het finale kerkenbeleidsplan.

2.2.3. Situering van het gebouw in zijn ruimtelijke omgeving

(Bron Geoportaal Onroerend Erfgoed)

De Sint-Antoniuskerk ligt op een kruispunt met zeer vlakbij een bushalte. De kerk ligt zelf niet in een beschermd dorpsgedeelte maar wel op de rand van beschermde zone met daarin het beschermde Kasteel van Loonbeek, de watermolen en het Margijsbos. We nemen de omschrijvingen van deze 3 elementen mee op in dit kerkenbeleidsplan omdat de Sint-Antoniuskerk historisch verbonden is met het kasteel en de familie Van der Vorst.

Kasteel van Loonbeek

Voormalig kasteel der familie Van der Vorst. De heerlijkheid Loonbeek behoorde in de 14de eeuw toe aan de familie van Wilren, en in de 15de eeuw aan de heren van Huldenberg; in het jaar 1500 verkocht Wouter van Huldenberg dit goed aan Kanselier Jan Van der Vorst; het toenmalige slot met zijn aanhorigheden zou haast volledig in de vlammen zijn opgegaan tijdens de godsdienstoorlogen. In 1663 werd Loonbeek verheven tot baronie ten gunste van Filips Van der Vorst; zijn nakomelingen verbleven er tot het einde van het ancien regime en emigreerden toen naar Duitsland. Na de Omwenteling volgden de verschillende eigenaars mekaar spoedig op, het kasteel bleef lange tijd

onbewoond en werd na de Eerste Wereldoorlog ontroofd van zijn mobilair; een gedeelte der gebouwen werd afgebroken en de grachten gedempt; heden gebruikt als pachthof.

Voorheen omgracht en gedeeltelijk ommuurd domein aan de Yssche. Een gedeelte van de omheiningsmuur van de 17de eeuw voorzien van een monumentale, reeds classicistisch getinte inrijpoort met wapensteen der familie Van der Vorst (kopie) bleef tot op heden bewaard. Tegen de muur aan de neerhofzijde, wagenhuis, bergplaats enzovoort in de vorm van een fraaie pilasterportiek, bekroond met een hoog entablement; haakse stalvleugel in traditionele stijl. Op het voorhof, U-vormig kasteel van de 17de eeuw, in traditionele bak- en zandsteenstijl, hoofdgebouw gevat tussen zijvleugels, elk voorzien van een uitstekende, vierkante hoektoren met ingesnoerde spits- en peerbekroning. Gebogen zadeldakconstructies op sierlijke houten modillons. Aan de neerhofzijde, bak- en zandstenen risaliet met horizontaal gelede in- en uitzwenkende gevelbekroning uitlopend op een fronton en wapensteen van Karel Van der Vorst; jaartal 1724 op de makelaar. In 1830 werden de rechterzijvleugel en de beide torens gesloopt (linkertorenromp ten dele bewaard) en in 1870 werden de grachten gedempt.

(Bron Agentschap Onroerend Erfgoed 2017: Kasteel Van der Vorst [online], https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/43316 (geraadpleegd op 5 november 2017).

Watermolen van het kasteel Van der Vorst

Het betreft een relatief oude watermolen aan de IJse, reeds vermeld in 1495 en banmolen van de kasteelheren (zie wapenschild familie Van der Vorst). De huidige gebouwen dateren uit de 17de (wederopbouw na de verwoestingen door de Geuzen in de 16de eeuw) en de 18de eeuw. Het gebouw en een gedeelte van het roerend werk zijn vrij goed bewaard gebleven.

Het maalwerk heeft vanuit industrieel-archeologisch standpunt een interessante evolutie doorgemaakt. De 'koude' maalcyclus is nog vertegenwoordigd (gewone maalstenen) maar werd aangevuld met nu zeldzaam geworden cilinderwalsen van een vroegere generatie. Als energieomvormer is er een eerder zeldzaam voorkomend turbinetype aanwezig. Het is merkwaardig hoe de afzonderlijk staande schuurruimte door een eenvoudige kunstgreep in het productieproces werd betrokken. Dit illustreert duidelijk hoe een traditionele watermolen aan technologische en economische behoeften van rond en na 1900 werd aangepast. Uit de afmetingen van het molengebouw en niet minder van de schuur is het belang van deze molen afleesbaar. Ook de ligging in de dorpskern en naast het kasteel heeft een belangrijke documentaire waarde ten aanzien van het voormalige statuut als banmolen.

In 1952 werd het waterrad vervangen door een turbine. In 1990 werd de buitenkant volledig gerestaureerd. De eigenlijke exploitatie werd even voor 1970 stopgezet. Het molengebouw dateert uit de 18de eeuw, wellicht met een kern uit de wederopbouw in de 17de eeuw. Het maakt deel uit van losstaande bebouwing aan drie zijden van het erf en staat haaks op de IJse.

Baksteenbouw op natuurstenen plint, twee bouwlagen en een zolder. Site bestaande uit de molen, schuur en voormalige molenaarswoning. Het geheel onder zadeldak (S-pannen). Op de plaats waar vroeger het rad draaide staat nu de turbinekamer.

Interieur: twee koppels maalstenen (een ervan is gedemonteerd), drie cilinderwalsen, twee aan elkaar gekoppelde houten plansichters, opgehangen aan bamboestokken, en een wanmolen met afzuigsysteem. De bakstenen muur met aangebouwd afdak en vlechtingen in de zijgevels dateert uit het begin van de 18de eeuw. Het woonhuis is 20ste-eeuws. Het werd gebouwd op de plaats waar zich vroeger de stallen bevonden. Langsheen de molen, nog aanwezige turbine.

(Bron: Agentschap Onroerend Erfgoed 2017: Watermolen Kasteel Van der Vorst [online], https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/304780 (geraadpleegd op 5 november 2017).

Het Margijsbos

Het Margijsbos is gelegen tussen Neerijse en Overijse, ten zuiden van Loonbeek op de oostelijke flank van de IJsevallei. Een oudere benaming was Sergijsbos. Het Margijsbos is een historisch bos, het komt reeds voor op de Kabinetskaart van de Ferraris (1770-1778). Een aantal holle wegen en taluds komen in het gebied voor. Het voorheen omgracht en gedeeltelijk ommuurd kasteeldomein is ingeplant aan de voet van de zuidoostelijke beboste helling van het IJsedal, in een straatbocht vlak naast de IJse. Een monumentale poort, uitgespaard in de blinde buitengevel van het wagenhuis, leidt naar een ruim binnenplein omsloten door kasteel en bijgebouwen. Het geheel vormt een goed voorbeeld van een feodale site met kasteel, castrale kapel en watermolen. De klassieke tweeledige structuur met opperhof en neerhof is nog duidelijk op het terrein herkenbaar.

(Bron: Agentschap Onroerend Erfgoed 2017: Margijsbos en Kasteel Van Der Vorst [online], https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/135099 (geraadpleegd op 5 november 2017).

Wandelknooppuntennetwerk

De Sint-Antoniuskerk ligt ook zeer kort bij het wandelknooppuntennetwerk van de provincie Vlaams-Brabant. Knooppunt 2016 ligt op wandelafstand bij de watermolen. (Bron: https://www.wandelknooppunt.be)

2.2.4. Beschrijving van het actueel gebruik en de actuele functie

Liturgische activiteiten

• Elke zondag en kerkelijke feestdag een eucharistieviering om 9.30 uur, behalve de eerste zondag van de maand, dan is er een gebedsdienst. Aanwezigen: ongeveer 40 personen, soms meer, soms minder. Er is telkens een lector (4 vrijwilligers) en de samenzang in de mis wordt begeleid door de orgelist (een parochiaan). De kosterdienst wordt waargenomen door 5 vrijwilligers.

• Allerheiligen: de mis wodt opgeluisterd door zangkoor of door een muzikaal ensemble. In de namiddag is er het lof en bezoek aan de begraafplaats.

• Kerstmis: afwisselend met Huldenberg is er een nachtmis (24 uur) , waarna een drankje aangeboden door scouts en gidsen. De leden van de kerkfabriek zorgen voor het plaatsen van de kerststal.

• Met Pasen wordt de hoogmis opgeluisterd door het koor zangkoor luistert de hoogmis op

• Loonbeek kermis gaat steeds door op de zondag na 17 januari. Er is dan een mis met zangkoor en gastpredikant. In 2018 zal dit Mgr. de Kesel zijn. Daarna is er de traditionele verkoop van varkenskoppen.

• Enkele cijfers:

▪ Doopsels ca. 10

▪ Huwelijken 1 of 2

▪ Uitvaarten ca. 10 (andere schikking van priesterkoor!)

▪ Eerste communie (apart) ca. 7 kinderen.

Loonbeek deelt volgende zaken met Huldenberg:

• Het uitgeven van het parochieblad (Kerk & Leven)

• Ziekenzorg (bestuur)

• Zangkoor (4-stemmig, 25 leden)

• De catechese eerste communie en pl. communie (vormsel) + gezinsvieringen (10 per jaar)

• De pastoor

• De gebedsdiensten

Loonbeek ontfermt zich daarnaast zelf over volgende zaken:

• kerkfabriek

• KVLV (Femma)

• Landelijke Gilde

• Scouts en gidsen

• Lectoren in gebedsdiensten

Niet-liturgische activiteiten

Vandaag is de valorisatie buiten de liturgie beperkt tot lokale initiatieven vanuit de parochie en de gemeente.

• concerten (o.a. zangklas muziekschool, orgelconcert )

• tentoonstelling schilderijen, beeldhouwwerk en ceramiek n.a.v. de “Week van de amateurkunsten.”

2.3. Sint-Nicolaaskerk in Ottenburg

(Bron: Gemeente Huldenberg).

2.3.1. Identificatie

Naam: parochiekerk Sint-Niklaas

Geografische ligging

- Kerkstraat zonder nummer, Huldenberg (Vlaams-Brabant)

- Provincie: Vlaams-Brabant

Plaats in kerkelijke structuur

- Bisdom: Mechelen-Brussel

- Dekenaat: Overijse

- Pastorale zone: Huldenberg

- Parochie: Sint-Niklaas

Eigenaar: Gemeente Huldenberg

Bescherming(en): • De kerk is vastgesteld als bouwkundig erfgoed Parochiekerk Sint-Niklaas op 05/10/2009 • het orgel is beschermd als monument sinds 19/12/2014

2.3.2. Beschrijving

a) Cultuurhistorische waarde

De parochiekerk Sint-Niklaas betreft een neoclassicistisch gebouw, op de toren gedateerd 1840.

De kerk dateert van origine uit de 17de-18de eeuw en is gebouwd in ijzerzandsteen. Het is een éénbeukige kerk, een zogenaamde zaalkerk. Het enorme portaal van de kerk valt meteen op bij het binnenkomen. De kerk is gerestaureerd in 2006. Tijdens de restauratie werd ook vloerverwarming aangelegd.

De parochie is aangesloten bij de vzw van Sint-Niklaaskerken. Ze bezit een 17de eeuws beeld van Sint-Niklaas. De kruisweg van de kerk is bijzonder. Hij is van de hand van Vanderlinden en dateert uit het jaar 1996. In volle Dutroux-periode verwerkte de kunstenaar enkele verwijzingen naar het drama en vooral naar machtsmisbruik en het leed dat het veroorzaakt.

De altaarschildering ‘Opdracht aan Maria’ is barok

De kerk huisvest ook de beelden van de kerk van Sint-Agatha-Rode die momenteel in restauratie is.

In de kerk bevindt zich bovendien een interessant orgel. Dit anoniem gebleven instrument dateert uit de eerste helft van de 19de eeuw (waarschijnlijk na 1840). Na vergelijking met gelijkaardig ongeïdentificeerd werk kan het orgel mogelijk toegeschreven worden aan een orgelmaker uit het Nijvelse (Waals-Brabantse school) (A. Rochet?). Mogelijke werden delen van een ouder orgel verwerkt in dit orgel dat zeer waarschijnlijk na de brand van de toren in 1840 werd opgericht. Op het nieuwe klavier na, is veel authentiek materiaal bewaard gebleven. Circa 1900 werden door Aug. D'Hondt uit Kessel-Lo herstellingswerken uitgevoerd.

De orgelkast is een viervoetsprospect dat tegen en in de torenboog is ingewerkt. Het instrument zelf is onder de torenboog geplaatst. Het prospect is veel breder en hoger dan de eigenlijke orgelkast en links en rechts in de voet van de kast is een doorgang. In de uiterste zijtorens staan houten sierpijpen.

Het orgel is toegankelijk. Er staat ook een manueel aandrijving ingeval er geen stroom is. Het leent zich uitermate goed om de werking van een orgel toe te lichten. Het kamertje achter het orgel kan eventueel daartoe ook ingericht worden met enkele infopanelen.

• Onroerend Erfgoed Vlaams-Brabant, DB000633, Sint-Niklaaskerk, Klasseringsvoorstel m.b.t. historische kerkorgels in het arrondissement Leuven.

• FAUCONNIER A. & ROOSE P. 1977: Het historisch orgel in Vlaanderen, deel II b, Brabant - arron. Leuven, Brussel, 231-233.

• GENICOT L.F., VAN AERSCHOT S., DE CROMBRUGGHE A., SANSEN H. & VANHOVE J. 1971: Inventaris van het cultuurbezit in Vlaanderen, Architectuur, Provincie Brabant, Arrondissement Leuven, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen 1, Luik.

b) Architecturale mogelijkheden

De Sint-Niklaaskerk is een zaalkerk waardoor ze ruimtelijk zeer geschikt is om tal van activiteiten in te organiseren. Tijdens de restauratie werd er ook vloerverwarming in aangelegd.

De kerk heeft een capaciteit van xxxx zitplaatsen (aan te vullen). De stroomvoorziening : nog aan te vullen. De elektriciteitsvoorzieningen bestaan uit …………….

Er is een geluidsinstallatie beschikbaar voor de liturgie die ook gebruikt kan worden voor lezingen. Voor andere activiteiten moet er bijkomende installatie voorzien worden.

De ramen van de kerk kunnen niet verduisterd worden. Dit zou evenwel een optie kunnen zijn om te overwegen om de kerk zo ook overdag bruikbaar te maken voor activiteiten met projectie zoals vb. film, lezingen, spreekbeurten enz…. . Anderzijds kan er met een degelijke retroprojectie ook al veel opgelost worden.

De kerk is toegankelijk voor mindervaliden.

c) Bouwfysische toestand

De kerk is recent volledig gerestaureerd met een vernieuwde vloerverwarming en een gerestaureerd dak. Er worden nog investeringen voorzien voor aanpassingswerken om de elektriciteit aan te passen aan de hedendaagse normen, voor het herstel van scheuren in de muren en het schilderwerk en voor de installatie van een wandladder die toegang moet verlenen tot de zoldering en de ruimte van de centrale verwarming, dit op advies van Monumentenwacht.

2.3.3. Situering van het gebouw in zijn ruimtelijke omgeving

De Sint-Niklaaskerk ligt centraal in de deelgemeente omringd door het kerkhof met een paar opmerkelijke graven van onder meer een Poolse prinses en Italiaanse adel.

Op wandelafstand is er de pastorij en de gemeentelijke feestzaal De Linde. In de nabijheid is een halte van openbaar vervoer als ook horeca.

De kerk van Ottenburg ligt ook kortbij het natuurgebied van de Grote Greube. Een uniek natuurgebied met onder meer IJzerzandsteengroeve. Via de ijzerzandsteen is de kerk van Ottenburg geografisch verbonden met monumenten en bouwwerken elders in de streek: een brug in Overijse, oorlogsmonument in Waver, een huismuur op (Kleine) Tommestraat, huizen op Tommestraat, Langeheide en zelfs in Sint-Agatha-Rode (delen van muur).

De Sint-Niklaaskerk ligt dan wel niet aan het wandelknooppuntennetwerk, toch kan ze het vertrek- en aankomstpunt zijn van diverse wandellussen die bezoekers meenemen doorheen de natuur die vol zit van unieke verhalen waar bezoekers, wandelaars enz. van zullen smullen. Voor de ontsluiting van de Sint-Niklaaskerk moet zeker ook over de taalgrens gekeken worden naar vb. basiliek van Notre Dame de Basse-Wavre die ook ijzerzandsteen bevat.

2.3.4. Beschrijving van het actueel gebruik en de actuele functie

Liturgische activiteiten

De vieringen gaan door op zondag om 10u30 en worde nog druk bijgewoond.

Doopsel gaan door op zaterdag en zondag. De catechese en bijhorende ouderavonden gaat ook door in de kerk. In de Sint-Niklaasperiode is er een plechtige viering waarna de sint intreedt. De viering wordt opgeluisterd door de harmonie en nadien is er een receptie in het portaal van de kerk.

Niet-liturgische activiteiten

Vandaag is de valorisatie buiten de liturgie beperkt tot concerten en tentoonstellingen. De orgelconcerten worden georganiseerd door de orgelkring van Overijse.

2.4. Sint-Pieter en Pauwelkerk in Neerijse

2.4.1. Identificatie

Naam: parochiekerk Sint-Pieter en Pauwel

Geografische ligging

- Dorpsstraat zonder nummer, Huldenberg (Vlaams-Brabant)

- Provincie: Vlaams-Brabant

Plaats in kerkelijke structuur

- Bisdom: Mechelen-Brussel

- Dekenaat: Overijse

- Pastorale zone: Huldenberg

- Parochie: Sint-Pieter en Pauwel

Eigenaar: Gemeente Huldenberg

Bescherming(en):

• is vastgesteld als bouwkundig erfgoed Parochiekerk Sint-Pieter en -Paulus met kerkhof sinds 05-10-2009

• is beschermd als monument Parochiekerk Sint-Pieter en -Paulus met ommuurd kerkhof

sinds 21-08-2003.

• omvat de bescherming als monument Parochiekerk Sint-Pieter en -Paulus: orgel gelegen te Dorpsstraat zonder nummer (Huldenberg) sinds 19-12-2014.

• omvat de bescherming als monument Parochiekerk Sint-Pieter en -Paulus: torens gelegen te Dorpsstraat zonder nummer (Huldenberg) sinds 25-03-1938.

2.4.2. Beschrijving

a) Cultuurhistorische waarde

Het centrum van Neerijse wordt gedomineerd door de ruim geproportioneerde, op een hoogte ingeplante en door een stevige kerkhofmuur omgorde Sint-Pieter en -Pauluskerk. Het markante silhouet met twee rijzige, in zandige kalksteen opgetrokken romaanse torens (tweede helft van de 12de eeuw) en schrijnvormig neoromaans schip is van verre herkenbaar. Omwille van het voor de streek unieke karakter van dit dubbel oostelijk accent werden beide torens in 1896-1901 door Pieter Langerock (1859-1923) gerestaureerd

Bij gebrek aan gegevens is over het uitzicht van de primitieve Romaanse kerk niets met zekerheid bekend. Naar verluidt werd ze in 1635 door Franse troepen in de as gelegd en bleven enkel de torens gespaard.

Volgens een plattegrond en een zijopstand bewaard in het Rijksarchief – de eerder schematische voorstelling uit 1711 in het kaartboek van de abdij van Terkameren is minder betrouwbaar - flankeerden de romaanse torens in 1750 een rechthoekig, gotisch koor voorafgegaan door een eveneens gotisch driebeukig schip voorzien van een inkomportaal aan de noordzijde.

Wellicht was het deze kerk die wegens plaatsgebrek in 1864-1867 door Eugène Gife in neoromaanse stijl werd vergroot, met behoud van de romaanse torens. Plannen zijn niet bekend.

Rond 1950 werden herstellingen uitgevoerd ingevolge oorlogsschade. Circa 1970 volgde de herstelling van de houten gewelven, en vernieuwing van de dakbedekking. In dezelfde periode werd de fraaie polychrome afwerking van Tassin, bekend van op oude foto’s, helemaal overschilderd. In een nummer van 'Brabant Tourisme' uit 1957 spreekt Joseph Delmelle over een "église lumineuse" en een "polychromie luxueuse" die alle aandacht verdient omwille van "la perfection du travail et de la richesse et de la variété des coloris". Vooral de kruiswegstaties verdienden speciale aandacht.

Sint-Pieter- en -Pauluskerk

Transeptloos met basilicale aanleg is de kerk van Neerijse opgetrokken in baksteen (knipvoegen) met rijk gebruik van witte natuursteen voor plint, hoekkettingen, omlijstingen en decoratieve detaillering. De bedaking bestaat deels uit leien, deels uit roofing.

De plattegrond toont een driebeukig schip van vijf traveeën aan de westzijde voorafgegaan door een inkomportaal met flankerende doopkapel en berging (met afgekaste trap naar het doksaal) waarbij de ingebouwde romaanse torens de overgang markeren naar het vier traveeën diep, rechthoekig gesloten koor met aansluitende sacristie en berging. Op een niet gedateerde plattegrond (circa 1970) van architect E.M. Hanssens is het westportaal omringd met zware muurmassieven wat er kan op wijzen dat het initiële project van Gife een westtoren voorzag.

Niet alleen het weinig gearticuleerde buitenvolume – alle dienstruimten werden in de verlengde zijbeuken geïncorporeerd – en de sterke horizontale geleding maar ook de identieke afwerking van voor- en achtergevel met een op versneden steunberen rustend driehoekig gevelfront, evenals de traveegeleding met pseudo-pilasters waartussen de vierlobbige vensters van de lichtbeuk en de rondboogvensters van de zijbeuken nisvormig lijken aangebracht, zorgen voor het karakteristieke schrijneffect. De ingetogen decoratie concentreert zich voornamelijk op de drieledige westpartij met

rondboogportaal met diep ingaande dagkanten en archivolten rustend op colonnetten met bladkapiteel, respectievelijk bekroond met een drieledig, gekoppeld rondboogvenster met als druiplijst fungerende, doorgetrokken onderdorpels en onderliggende boogfries, een groot radvenster en helemaal bovenaan in de geveltop een klein, door colonnetten geflankeerd rondboogvenster. De koorabsis wordt naar buiten toe slechts geaccentueerd door een groot roosvenster in de oostwand en gekoppelde rondboogvensters in de zijwanden.

Inwendig wordt de hoge, evenwichtig geproportioneerde ruimte gestructureerd door rondboogarcaden op vier zuilen met vierkant basement en bladkapiteel. De overkapping bestaat uit pseudo-kruisgewelven waarvan de gordelbogen rusten op kleine halfzuiltjes met bladkapiteel en console.

De apsis- en koorruimte worden verticaal belijnd door twee als muurpilasters doorgetrokken gordelbogen terwijl de overige bogen, conform de zijbeuken, worden opgevangen door consoles. Vanuit het koor leiden twee dubbele houten deuren versierd met cirkel- en kruismotief naar respectievelijk sacristie en berging. Twee opgeklampte deuren met siersmeedwerk en gepolychromeerd drielobbig boogveld, elk voorzien van een rondboogomlijsting met negblokken en bekronend gepolychromeerd drielobmotief, verlenen toegang tot de romaanse torens.

De bevloering bestaat uit zwartgrijze natuurstenen tegels terwijl de oorspronkelijke polychromie in de jaren 1970 werd overschilderd: grijs voor de muren, okerbruin voor de gewelven. Na verwijdering van de bepleistering bleken vier van de zes zuilen volledig in witte natuursteen uitgevoerd. Mogelijk gaat het om recuperatie van de oude kerk. De beuken tonen een eenvoudige witgele beglazing. Het fraaie roosvenster met taferelen uit het leven van Christus met centraal de Kruisdood alsook de grisailles van de twee gekoppelde ramen in het koor werden circa 1887 gerealiseerd door het atelier van J. Osterrath (1845-1898) uit Tilff.

Meubilair:

• Hoofdaltaar met marmeren altaartafel met medaillons met Lam met wimpel en Engelen waarboven een retabel in geslagen koper met Calvariegroep en apostelfiguren in nissen, 1880.

• Sint-Jozefaltaar zuidelijke zijbeuk: hardstenen altaartafel met sporen van polychromie waarboven een geschilderd houten drieluik met taferelen uit het leven van de H. Jozef, circa 1880.

• Maria-altaar noordelijke zijbeuk: hardstenen altaartafel waarboven een geschilderd houten drieluik met taferelen uit het leven van Maria; op de predella bustes van Christus en de Apostelen, circa 1880.

• Koorgestoelte waarvan lessenaar hergebruikt is als dienstaltaar.

• Communiebank

• Twee eclectisch geïnspireerde biechtstoelen.

• Hardstenen doopvont, 17de eeuw.

• Eclectisch geïnspireerd houten tochtportaal.

• Jezus aan het kruis, gepolychromeerd hout, 16de eeuw.

• Geklede Onze-Lieve-Vrouw met Kind met Hart met rozenkrans onder baldakijn in verguld hout, 18de eeuw.

• Marmeren grafsteen (tegen noordelijke koormuur) van Jean René Isbrand d’Overschie (†1774) en Marie Isabelle Joseph de Nassau Corroy.

• Vier hardstenen grafstenen van parochiepriesters ingewerkt in de koorvloer: Antonius Lamal (†1809); Henricus Van Linthout (†1746); Henricus de Pauw (†1703); Carolus Josephus De Vos (†1804).

• Hardstenen grafplaat (tegen oostelijke koormuur) van Jacobus van Hesen (†1676).

• Orgel, circa 1890.

• Naar verluidt werd de neoclassicistische preekstoel rond de eeuwwisseling verkocht aan de kerk van Terlanen.

De neoromaanse orgelkast in stijl aansluitend op het doksaal werd vermoedelijk omstreeks 1890 gebouwd door de zoon Camille van orgelbouwer François Loret uit Mechelen. Het klavier bevat een naamplaatje met opschrift "Manufacture de grandes orgues d’Eglise/ François Loret/ a Malines". François Loret overleed in 1877, maar het is bekend dat zijn zoon Camille het bedrijf een tijdlang voortzette onder de naam van zijn vader. In het oeuvre van Loret behoort dit orgel tot het modernere groot romantisch orgel uit zijn Mechelse periode dat als een geëvolueerd type kan beschouwd worden. Er vonden enkel ongedateerde en niet toegeschreven lichte transformaties plaats.

• Onroerend Erfgoed Vlaams-Brabant, dossiernummer DB000634, Sint-Pieter- en –Pauluskerk, Klasseringsvoorstel m.b.t. historische kerkorgels in het arrondissement Leuven.

• Onroerend Erfgoed, digitaal beschermingsdossier DB002194, Parochiekerk Sint-Pieter en -Paulus met ommuurd kerkhof (PAESMANS G., 2002).

• DE COSTER L. 1974: De Sint-Pieter-en-Pauwelkerk te Neerijse in Brabant, 49-50.

• DELMELLE J. 1957: Neerijse et son église in Brabant Tourisme, 1-2.

• FAUCONNIER A. & ROOSE P. 1977: Het historisch orgel in Vlaanderen, deel II b, Brabant - arron. Leuven, Brussel, 228-230.

• JANSSENS R. 1981: Eugène Gife 1819-1890. Provinciaal bouwmeester te Antwerpen. Een studie van zijn kerkelijke bouwkunst (onuitgegeven licentiaatsverhandeling Gent).

• DE KEMPENEER J. 1967: De oude pastorie van Neerijse in Mededelingen van de Geschied- en Oudheidkundige Kring voor Leuven en omgeving, 40 – 46.

• LEMAIRE R. 1906: Les origines du style gothique en Brabant. 1.1. L’Architecture romane, Brussel-Parijs, 141-143.

• LEURS C. 1922: Les origines du style gothique en Brabant. 1.2. L’Architecture romane dans l’ancien duché, Brussel, 12-13.

• STIJNEN H. (1998): De onvoltooid verleden tijd, (Kortrijk), 142-143.

• Agentschap Onroerend Erfgoed 2017: Parochiekerk Sint-Pieter en -Paulus met kerkhof [online], https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/43297 (geraadpleegd op 5 november 2017).

b) Architecturale mogelijkheden

Het interieur van de kerk wordt gekenmerkt door de atypische opstelling en het grote roosvenster in het koor. De nieuwe opstelling in de kerk dateert van 2012 en is van de hand van kunstenaar Koen Lemmens. De lezenaar, het altaar en de doopvont werden door hem ontworpen en op één lijn geplaatst in de kerk. De stoelen werden in de lengteas geplaatst zodat de voorganger omgeven wordt door de parochianen. De lege ruimte tussen altaar en doopruimte staat symbool voor de openheid en het mysterie van God. In de doopruimte maakt Koen Lemmens ook een reeks schilderijen met als thema water.

De nieuwe opstelling biedt mogelijkheden om de kerk ook voor andere doeleinden te gebruiken dan de liturgie.

De kerk heeft een capaciteit van xxxx zitplaatsen (aan te vullen). De stroomvoorziening : nog aan te vullen. De elektriciteitsvoorzieningen bestaan uit …………….

De kerk is toegankelijk voor mindervaliden.

Nevenbestemming in ruimte is vrijwel onmogelijk gezien de structuur van het gebouw. De ingrepen zouden te drastisch en te kostelijk zijn.

c) Bouwfysische toestand

De laatste grote herstellingswerken dateren van 1970. Toen werden de houten gewelven en de dakbedekking onder handen genomen. Dringende ingrepen zijn nodig. We verwijzen hiervoor naar het verslag van Monumentenwacht van 2009. Het herstelling van het dak werd in de afsprakennota bij het meerjarenplan 201-2019 afgesproken met de gemeente. De uitvoering is gepland in 2018.

2.4.3. Situering van het gebouw in zijn ruimtelijke omgeving

De kerk van Neerijse staat in een beschermde dorpskern. In de nabije omgeving zijn er nog verschillende beschermde gebouwen of sites. We geven de voor de kerk meest relevante qua ligging en historiek hieronder weer.

• Het kerkhof

De kerk is ingeplant te midden van een stemmig, door twee eiken beschaduwd kerkhof omringd met een deels in baksteen, deels in natuursteen uitgevoerde ommuring. De oostelijke en westelijke toegangen - telkens voorzien van trappartijen - zijn eenvoudige doorbraken in de ommuring, dit in tegenstelling tot de architecturaal uitgewerkte hoofdtoegang langs de Dorpsstraat (noordzijde), gemarkeerd door fraaie, ronde witnatuurstenen hekpijlers bekroond met siervazen en door een dubbele taxushaag. Ter hoogte van de trappen aan de oostzijde bevindt zich een in de muur ingewerkt grafteken in de vorm van een witnatuurstenen kruisbeeld (17de eeuw?). Het kerkhof waarvan de oudste grafstenen tot circa 1900 opklimmen is nog steeds in gebruik. Aan de zuidzijde van het koor bevindt zich het 18de-eeuws grafmonument van de dorpsheren, de familie d’Overschie.

• De beschermde dorpskern

De dorpskern van Neerijse, tegen de noordelijke valleiflank van de IJse, is uitgebouwd ter hoogte van de pleinvormende splitsing van de oude “Lovenwech” – huidige provinciebaan Leuven-Overijse – in een rechtstreekse tak over Loonbeek en Huldenberg en een tweede tak, een oude trekweg over de heuvelrug tussen IJse en Laan. Het centrum wordt gedomineerd door de ruim geproportioneerde, op een hoogte ingeplante en door een stevige kerkhofmuur omgorde Sint-Pieter- en -Pauluskerk.

Als administratieve kern van en deel uitmakend van het abdijdomein van Corbie gaat de oorsprong van Neerijse minstens terug tot begin 12de eeuw. Van oudsher een belangrijk lokaal centrum zorgde niet alleen de aanwezigheid van het dorpskasteel – in oorsprong een feodale motte – maar ook de ligging aan een belangrijke verbindingsweg voor een zekere welstand én een vrij dichte, vrijwel aaneengesloten, rond de kerk (Dorpsstraat, aanzet Beekstraat) gegroepeerde bebouwing.

Dit verklaart de vrij sterke concentratie van oudere, overwegend tot de 18de eeuw opklimmende panden die in al dan niet verbouwde vorm bewaard bleven te midden van een overwegend 19de, begin 20ste-eeuwse bebouwing met als markantste voorbeelden in de Dorpsstraat een wit geschilderde tweelaagse langgevelhoeve met beluikte vensters (nr. 11) een eclectische burgerwoning met karakteristiek gebruik van geglazuurde witte baksteen (nummer 21), een dubbelhuis met decoratieve gevelcementering (nummer 32).

Uit de 18de of begin 19de eeuw dateren onder meer een tweelaags breedhuis met korfboogdeur, sporen van kruisvensters, muizentandfries en muurvlechtingen (nummer 13) en een voormalig hoevecomplex (nummer 22) en voor wat de Beekstraat betreft een hoevecomplex met parallel met de straat ingeplant bijgebouw (nummers 13-15) en een langgevelhoeve (nummer 1-3). Eén van de oudste woonhuizen is ongetwijfeld het pand tegenover het kerkportaal (Dorpsstraat 53) met zijn markant volume met afgesnuit zadeldak, sporen van kruisvensters en neoclassicistische voorzetgevel. Het betreft de voormalige gemeenteschool die vorige eeuw werd ingericht in het woonhuis van een hoevecomplex waarvan de aanhorigheden inmiddels werden verbouwd tot diverse woningen.

Opmerkelijk voor deze dorpskern is dat niettegenstaande hun stilistische diversiteit de overwegend langs de rooilijn gealigneerde en grotendeels tweelaagse rijwoningen een sterk homogeen geheel vormen.

(Bron: Agentschap Onroerend Erfgoed 2017: Dorpskern Neerijse [online], https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/302500 (geraadpleegd op 5 november 2017).

• Twee opgaande eiken als herdenkingsbomen Neerijse

Twee mooi ontwikkelde en beeldbepalende zomereiken staan verspreid langs de Dorpsstraat, ten noorden van het kerkhof bij de parochiekerk Sint-Pieter en Paulus. Het zijn twee opgaande dorpsbomen met stamomtrekken van 258 cm (in het oosten) en 265 cm (in het westen). De beide bomen zijn even groot wat doet vermoeden dat ze in dezelfde periode zijn geplant. Van de westelijke zomereik bij de inkom van het kerkhof weten we dat hij geplant is naar aanleiding van het 100-jarig bestaan van België. Aan de voet van de boom staat een arduinen herdenkingssteen met de vermelding 1830 – 1930. De oostelijke

zomereik staat aan de overkant van de straat op een driehoekig pleintje. Of deze boom ook aangeplant is in 1930 is niet geweten, hij kan ook aangeplant zijn als herdenkingsboom na de eerste Wereldoorlog.

(Bron: Agentschap Onroerend Erfgoed 2017: Twee opgaande eiken als herdenkingsbomen Neerijse [online], https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/301635 (geraadpleegd op 5 november 2017).

• De pastorie met ommuurde tuin

Een honderdtal meter ten noorden van de kerk, aan het eind van een in de velden doodlopende steeg bevindt zich de voormalige pastorie. Eind jaren 1960 werd ze door de gemeente met een deel van de tuin verkocht terwijl op de overige helft een nieuwe pastorie werd gebouwd. Bij die gelegenheid werd een deel van de aan de straat grenzende ommuring gesloopt.

In 1703 was de uit de eerste helft van de 17de eeuw daterende pastorie dermate door de Franse troepen toegetakeld dat zelfs herstellingen op termijn geen uitkomst boden. Daarom werd in 1750 door de toenmalige pastoor Henricus De Pauw beslist een nieuwe pastorie te bouwen. Ingevolge onenigheid onder de tiendheffers werd de kostenverdeling door de Souvereine Raad van Brabant als volgt vastgelegd: vier zevende voor de grote tiendheffer, het Driutiuscollege van Leuven, twee zevende voor de priorij van Groenendaal en één zevende voor de heer d’Amenzaga. De werken startten vermoedelijk kort daarop want in 1751 werd steen getrokken uit "het kerckhofvelt" ook "steenputten" genoemd.

Het pastoriecomplex met woonhuis, poortgebouw en kleine dwarsschuur is ingeplant te midden van een ommuurde tuin. De enclavevormende site wordt ontsloten door een rechthoekig poortje en een ruim poortgebouw: een rechthoekig bakstenen volume met pannen zadeldak en zijgevels met vlechtingen, top- en schouderstukken en uilengat. Een zware houten toegangspoort, gevat in een witnatuurstenen korfboogomlijsting vormt de enige doorbraak in de straatgevel terwijl de tuingevel is opengewerkt met een bakstenen korfboogarcade. De linkerboog werd ooit dichtgemetseld met het oog op de inrichting van een woonruimte voor personeel. Een eigenaardigheid is de kleine kelder met twee spitse, bakstenen tongewelven toegankelijk via een deurtje in de zuidelijke kopgevel.

(Bron: Agentschap Onroerend Erfgoed 2017: Pastorie Sint-Pieter en -Paulusparochie met bijgebouwen en ommuurde tuin [online], https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/43299 (geraadpleegd op 5 november 2017)).

• Kasteel d'Overschie en watermolen

Het voormalig kasteel d'Overschie, heden ziekenhuis, in zijn huidige vorm, gebouw van classicistische strekking, uit einde 18de eeuw of zelfs begin 19de eeuw. De watermolen bij het kasteel werd gebouwd in traditionele bak- en zandsteenstijl uit de tweede helft van de 18de eeuw. Molenhuis voorzien van halve kruisvensters en een brede korfboogdeur voorzien van een sluitsteen en imposten; bewaard mechanisme. Zijpuntgevel van de haaks geplaatste schuur voorzien van muurvlechtingen en schouderstukken. Onlangs gerestaureerd en recent torentje in de oksel der gebouwen.

• Kapel van Onze-Lieve-Vrouw ten Pui

Kapel van het Kasteel d'Overschie (1758). Eénbeukig gebouw van classicistische strekking doch met enkele barokreminiscenties; voorgevel voorzien van een fraaie deur versierd met het blazoen der d'Overschies en bekroond met een houten peerspits. Vierkante sacristie tegen een zijgevel. Blinde, halfronde apsis. Stucplafond. In de kapel bevindt zich een Louis XVI-meubilair van namaakmarmer: altaar, deuren en doksaal, reliekkruis uit de 18de eeuw (sacristie).

De kerk is ook vlot bereikbaar met het openbaar vervoer en toegankelijk voor mindervaliden.

Nabij de kerk zijn ook een drietal horecazaken waarvan Brouwerij De Kroon de belangrijkste trekpleister is en dus ook relevant voor de verdere ontsluiting van de kerk.

De kerk van Neerijse ligt quasi naast het Wandelknooppuntennetwerk en de route ‘Beleef de Valleien van Zuid-Dijleland’.

2.4.4. Beschrijving van het actueel gebruik en de actuele functie

Liturgische activiteiten

Met de nieuwe inrichting wil de parochie een boodschap van openheid en gemeenschap uitstralen en laten zien dat ze een open kerk wil zijn.

De doopsel gebeuren nog individueel. De eerste communie heeft nog een 10-tal communicantjes afhankelijk van de scholen. Het Vormsel gebeurt in samenwerking met Huldenberg en Loonbeek. Uitvaarten vinden er geregeld plaatst en er is ook een goed bijgewoonde kinderviering. De laatste zondag van juli is er ook nog de processie ter ere van Petrus en Paulus.

Elke zondag is er een gebedsdienst of een eucharistieviering.

Er zijn geen gestructureerde vergaderingen. Meestal komt men kort na de kerkdienst even samen om de zaken te bespreken. Er zijn 2 kosters en 1 organist die de 1ste zondag van de maand komt spelen.

Niet-liturgische activiteiten

De parochie van Neerijse wil in de toekomst volop inzetten op de kerk als plaats voor brede zingeving. De nood aan zingeving is er vandaag steeds meer. Op de zogenaamde zingevingsmomenten zoals geboorte/doopsel, communie/vormsel, huwelijk en overlijden komen mensen gemakkelijker naar de kerk omdat ze op dat moment voor hen een zinvolle locatie is voor afscheid, verbondenheid, enz… Het vraagstuk is nu hoe we de kerk kunnen openstellen voor de mensen tijdens hun zoektocht naar zin tussen die rituele zingevingsmomenten door.

Een belangrijke stap hier is opnieuw de kerk gewoon toegankelijk maken tussen de diensten. Een kerk die open is nodigt uit.

2.5. Onze-Lieve-Vrouwekerk in Huldenberg

2.5.1. Identificatie

Naam: Onze-Lieve-Vrouwekerk

Geografische ligging

- St.-Rochusstraat zonder nummer,

Huldenberg (Vlaams-Brabant)

- Provincie: Vlaams-Brabant

Plaats in kerkelijke structuur

- Bisdom: Mechelen-Brussel

- Dekenaat: Overijse

- Pastorale zone: Huldenberg

- Parochie: Sint-Pieter en Pauwel

Eigenaar: Gemeente Huldenberg

Bescherming(en):

- bouwkundig erfgoed Parochiekerk

Onze-Lieve-Vrouw sinds 05-10-2009

- monument Parochiekerk Onze-

Lieve-Vrouw sinds 19-04-1937.

2.5.2. Beschrijving

a) Cultuurhistorische waarde

Mooie gotische kerk, ingeplant op de heuvel met ommuurd kerkhof, ter vervanging van een éénbeukig romaans gebouw waarvan nog enkele sporen behouden zijn: kleine muuropeningen in de westgevel, onderbouw van de noordelijke koormuur en kern van de triomfboog(?).

Twee traveeën diep koor uit midden 13de eeuw dat uitloopt op een polygonale apsis, afgetekend door vijf zijden van een achthoek; kruisribgewelven met fraai gebeeldhouwde sluitstenen en ribben rustend op met maskerkoppen versierde kraagstenen. Vensters vergroot in de 15de eeuw. Aan de noordzijde, dichtgemetselde rondboogdeur met monoliettimpaan. De kruising eveneens aangevat midden 13de eeuw, is gemarkeerd door een toren waarvan de benedenverdieping afgesloten werd bij het optrekken der kruisarmen (circa 1300) en de hoogste geleding bijgebouwd werd tijdens de 15de eeuw. Beuken, opgetrokken einde 13de of begin 14de eeuw. Oorspronkelijk, donker schip van drie traveeën geritmeerd door zuilen, die weliswaar lichter doch duidelijk verwant zijn aan de zware kruisingspijlers. De bak- en zandstenen gewelven uit de 15de eeuw, die in de plaats van het

originele gewelf met houten bebording kwamen, werden tijdens de 18de eeuw vervangen door de huidige, lagere overkluizing.

Kruisarmen verbouwd in de 15de eeuw; invloed van de Brabantse gotische stijl voornamelijk in de tot op de vloer doorlopende ribben. Tegelijk werd de toren verder opgetrokken en de vensters gewijzigd (noordzijde). Toegemetselde deur in het midden van de noordzijbeuk. Daar tegenover in de zuidzijbeuk werd circa 1400 een portaal bijgebouwd (heden doopkapel): nissen met baldakijntjes en met hogers afgezette wimbergen voorzien van een Heilige Drievuldigheidbeeldengroep onder een driepasboog. De voorgevel werd pas veel later van een ingang voorzien (jaartal 1817 op de makelaar) en is bovenaan blijkbaar onvoltooid gebleven; vergroting van de vensters zoals deze der zijbeuken na de brand en de restauratie van 1734.

Neogotische sacristie (na 1835). Restauratie in 1934 (voornamelijk sommige vensteropeningen).

Mobilair. Schilderij van de Rubensiaanse school (zuiddwarsarm); grafsteen van A. van Houten (+ 1546) (noordkruisarm, buitenzijde); grafzerken van de priesters C. van Thilt (+ 1619) en J. Hamnaert (+ 1623) in de zuidtranseptarm. Wijwatervaten van 1621; zonnewijzer met moeilijk leesbaar chronogram (zuidgevel 1764).

b) Architecturale mogelijkheden

Bij het binnenkomen van de kerk valt het lage gewelf direct op. Het bepaalt mee de sfeer en uitstraling van de kerk. De Onze-Lieve-Vrouwekerk is een warme en gezellige kerk en is binnenin piekfijn in orde.

De vraag stelt zich of deze kerk wel bijkomende nevenbestemmingen nodig heeft.

De kerk voor andere zaken openstellen zou telkens zeer veel aanpassing vragen en ruimtelijk is ze ook beperkter dan de andere kerken in Huldenberg.

c) Bouwfysische toestand

Binnen is de kerk perfect in orde.

De buitenzijde is er minder goed aan toe door een foutief steengebruik bij de laatste restauratie. Dit ligt nu in proces en tot dat dat uitgesproken is kan er niet veel aan de kerk gebeuren.

2.5.3. Situering van het gebouw in zijn ruimtelijke omgeving

2.5.4. Beschrijving van het actueel gebruik en de actuele functie

Liturgische activiteiten

Elke zondag en kerkelijke feestdag is er een eucharistieviering om 10u30, behalve de eerste zondag van de maand: een gebedsdienst. Er zijn dan steeds rond de 60 à 80 personen, afhankelijk van de misintenties.

Er is telkens een lector aanwezig (gekozen uit 7 vrijwilligers) en de samenzang in de mis wordt steeds begeleidt door de orgelisten (een parochiaan en een inwoner van Overijse). De liedkeuze gebeurt door de voorzitter van het zangkoor. De kostendienst wordt waargenomen door vrijwilligers.

Met Allerheiligen wordt de mis opgeluisterd door het zangkoor of door een muzikaal ensemble. In de namiddag is er het druk bijgewoonde lof.

Met Kerstmis is er, afwisselend met Loonbeek, de nachtmis om 24u waarna een drankje wordt aangeboden door de zogenaamde Kwisvrienden. Leden van de parochie zorgen voor het plaatsen van de kerststal en het ophangen van de banier met Pasen.

De kerkelijke feestdagen Sacramentsdag en Halfoogst worden opgeluisterd door de twee muziekverenigingen.

Naar aanleiding van de driejaarlijkse Sint-Rochusommeganck wordt het beeld van Sint-Rochus en het processievaandel meegedragen in de stoet.

Met Pasen luistert het zangkoor de paaswake op.

In mei en oktober is er elke dinsdag een rosenhoedje aan het OLV-altaar, gevolgd door de mis.

Enkele cijfers:

- Doopsel ca. 30

- Huwelijken 5

- Uitvaarten ca. 25

- Eerste communie in 2017: 19

- Vormelingen in 2017 24

Parochiale activiteiten

Huldenberg deelt volgende zaken met Loonbeek:

• Het uitgeven van het parochieblad (Kerk & Leven)

• Ziekenzorg (bestuur)

• Zangkoor (4-stemmig, 25 leden)

• De catechese eerste communie en pl. communie (vormsel) + gezinsvieringen (10 per jaar)

• De pastoor

• De gebedsdiensten

Huldenberg beschikt daarnaast zelf over een kerkfabriek en parochieploeg, een KVLV-afdeling (nu Femma), een jeugdkring, lectoren voor de gebedsdiensten en voorzangers voor de zondagsviering.

Daarnaast is er ook nog op 15 augustus de kermisdag.

Niet liturgische activiteiten

De kerk wordt vandaag al gebruikt voor concerten (oa. zangklas, muziekschool, orgelconcert).

Er gaan ook tentoonstellingen in door naar aanleiding van de week van de amateurskunsten en er was ook al een tentoonstelling met voorwerpen die in de processie werden gebruikt.

3. NAAR EEN TOEKOMSTVISIE

3.1. Onderbouwde visie op het toekomstig gebruik en de toekomstige functie

Deelgemeente (en wijk)

Kerk

Toekomstvisie

Sint-Agatha-Rode

Sint-Agathakerk

Gebruik voor de eredienst met valorisatie, nevenbestemming in tijd, niet in ruimte. Op korte termijn geen herbestemming

Loonbeek

Sint-Antoinuskerk

Kerkelijk gebruik en valorisatie door nevenbestemming in tijd, niet in ruimte. Op korte termijn geen herbestemming

Ottenburg

Sint-Niklaaskerk

Kerkelijk gebruik en valorisatie, nevenbestemming in tijd, niet in ruimte. Op korte termijn geen herbestemming

Neerijse

Sint-Pieter & Pauwelkerk

Kerkelijk gebruik en valorisatie door nevenbestemming in tijd, niet in ruimte. Op korte termijn geen herbestemming

Huldenberg

Onze-Lieve-Vrouwekerk

Kerkelijk gebruik en valorisatie door nevenbestemming in tijd, niet in ruimte. Op korte termijn geen herbestemming

Visie van de pastorale zone Huldenberg op de kerkgebouwen

Je ziet de kerken van Groot-Huldenberg van ver staan. Ze vormen een baken in het landschap. Ze zijn sprekende getuigen van een rijke religieuze bouwgeschiedenis. Het zijn ‘monumenten’. Niet enkel in historische zin: de stenen en beelden vertellen ook het verhaal van ontelbare mensen die er liefde en leed deelden, troost zochten, zongen en baden. Ze zijn de materiele uitdrukking van de relatie tussen God en de mens.

Vandaag is de beleving van godsdienst sterk veranderd. Maar wat blijft zijn de grote en kleine zinvragen van ons leven en van ons samenleven. Mensen zijn van nature zinzoekers. Die zoektocht is vandaag zeer uitdagend. Wij willen als kerkgemeenschap ten dienste staan van die hedendaagse zoektocht. We willen een plaats zijn waar mensen kunnen samenkomen om mee te leven in sterke en droeve momenten. Een plek om het leven te vieren in al zijn aspecten. Een plek van solidariteit

Als kerkgemeenschap vinden wij in het evangelie ankerpunten die ons door het leven kunnen helpen. En ons op zoek helpen te gaan naar de beste manier om het geloof vandaag te beleven. Die bezieling vieren we in onze liturgie. Elk jaar laten ouders er hun kinderen dopen als heiliging van het leven, begeleiden we tientallen kinderen en jongeren en hun ouders op weg naar eerste communie en vormsel. We bezoeken zieken en ouderen en brengen mensen samen in onze verenigingen. Onze parochies schrijven zich in de christelijke traditie van solidariteit: Broederlijk delen, Welzijnszorg en andere.

We willen deze evangelische inspiratie niet voor onszelf houden. Door wat ze IS en DOET wil de kerkgemeenschap van Huldenberg mensen dienstbaar zijn in de zoektocht naar een zinvol leven en samenleven. Dat kan op vele manieren. Daarom willen we onze kerken als ‘zingevingsplekken’ zien, waarin het bestaande aanbod wordt uitgebreid en geïntegreerd met nieuwe initiatieven die een breed publiek van zinzoekers aanspreken in hun levenssituatie. Wat dit precies kan worden willen we in samenspraak uitzoeken met onze vijf parochies in respect voor ieders eigenheid.

Gebruik voor de eredienst

Alle kerken van Huldenberg blijven voor de komende jaren in gebruik voor de eredienst. Zo is beslist door alle respectievelijke parochies. Het is echter zeer moeilijk om de duurtijd van deze situatie te bepalen. Het standpunt van de parochies is dat zolang de eredienst in stand kan worden gehouden en er voldoende priesters/diakens en participanten zijn, de kerken in gebruik blijven voor de eredienst.

We moeten daarom de toekomst van de parochiekerken van Huldenberg opdelen in 2 fasen:

- Periode 1: De kerken blijven in gebruik voor de eredienst

- Periode 2: Er gaan kerken uit gebruik voor de eredienst

Onderliggend plan en het hiernavolgend actieplan behelst enkel periode 1 – in gebruik voor de eredienst. De start van periode 2 kan voor elke kerk verschillen qua timing. Het kan binnen 5 jaar zijn, maar evengoed binnen 2 jaar.

In haar advies stelt de Cultuurraad dat het wenselijk is dat nu reeds, in periode 1, bepaald zou worden welke kerkgebouwen zouden onttrokken worden van de eredienst ingeval er een tekort aan participanten en/of voorgangers zou ontstaan in één van de parochies.

De keuze van de kerkgebouwen moet doordacht gebeuren. Hiertoe zijn criteria nodig. Het meest voor de hand liggend criterium is de potentiële bruikbaarheid voor andere bestemmingen dan de eredienst.

Een belangrijke consequentie voor het maken van deze keuze binnen de scope van het parochiekerkenplan houdt in dat de gebouwen en de erediensten/kerkelijke gemeenschappen in hun geheel bekeken worden en het dus denkbaar is dat niet noodzakelijk de kerk met te weinig participanten of voorgangers vrijkomt, maar een ander kerkgebouw omdat dat zich beter leent tot een mogelijke herbestemming. Deze consequentie moet goed in rekenschap genomen worden omdat dergelijke beslissingen een impact kunnen hebben op de kerkgemeenschap die ‘hun’ kerk moeten afgeven terwijl het een andere gemeenschap is die geen volwaardige eredienst meer kan verzorgen.

De 5 parochies moeten daarom binnen de scope van dit parochiekerkenplan en de verdere implementatie ervan nog meer gaan samenwerken en de gemeenschappen naar elkaar laten toegroeien. Er moet gestreefd worden naar 1 gemeenschap met 5 locaties. Anders bestaat het risico op een echte conflictsituatie.

Er is daarom een recurrent structureel overleg nodig waarbinnen de beslissing kan genomen worden om een kerk voor herbestemming ter beschikking te stellen op het moment dat de betreffende parochie het signaal geeft dat er geen erediensten meer in zullen/kunnen plaatsvinden. En om te kijken of die kerk wel de meest ideale is om te sluiten dan wel een andere. De parochies zijn in deze dus zelf aan zet. Het structureel overleg biedt het kader waarbinnen hun signaal kan landen voor verdere bespreking.

Medegebruik voor andere erediensten

Het medegebruik door andere erediensten is vandaag in geen enkele van de vijf kerken aan de orde. Er zijn ook nog geen concrete vragen voor gekomen. Wel is er bij elke parochies de openheid om dit in overweging te nemen. Er is een groeiende tendens van de burgerlijke afscheidsdiensten in crematoria en rouwcentra van begrafenisondernemers. Mensen die hiervoor kiezen in hoofdzaak voor een persoonlijk afscheidsritueel, al dan niet onder begeleiding van een diaken.

Hier is ruimte voor de parochies om te denken over het beschikbaar stellen van de kerken voor dergelijke niet-liturgische afscheidsvieringen. Het past in de visie die de parochies hebben op de kerken ‘als zingevingsplekken waarin het bestaande aanbod wordt uitgebreid en geïntegreerd met nieuwe initiatieven die een breed publiek van zinzoekers aanspreken in hun levenssituatie’.

Open kerken

Alle kerken willen wel open kerken zijn of worden. De kerken openhouden voor het publiek vraagt natuurlijk de nodige inspanningen. De belangrijkste opdracht op zeer korte termijn is daarom een manier uitwerken, genre beurtrol, waarmee alle kerken van Huldenberg elk op hun beurt geopend zijn. Dit hoeft niet elke dag te zijn, maar wel volgens een vast patroon zodat de mensen weten wanneer de kerk toegankelijk is en ze op zichzelf, individueel, kunnen binnenstappen. Dat is een eerste belangrijke en noodzakelijke stap.

Samen met Open Kerken vzw zal er gekeken worden op welke manier dit in elke kerk tot stand kan gebracht worden. In een volgende fase volgend op dit kerkenplan wordt er een brainstorm/infosessie opgezet met Open Kerken vzw waar er concrete voorbeelden kunnen besproken worden.

Nevenbestemming in ruimte

De kerken zien als mogelijke korte termijn oplossing voor het plaatsgebrek van sommige Huldenbergse organisaties is geen optie. Er vandaag en op korte termijn geen kerken vrijkomen en uit dienst gaan. Plaatsgebrek oplossen vraagt ruimtelijke aanpassingen en die die veroorzaken dan weer op hun beurt praktische problemen voor de parochiale werking. Geen enkele kerk heeft vandaag ruimte op overschot.

Visie per kerkgebouw

Tijdens de brainstormsessies na elk kerkbezoek kwam de stuurgroep op een bepaalde aanpak/visie voor elk kerkgebouw op aanzet van de parochies zelf. Deze visies kunnen in een volgende fase verder geconcretiseerd worden. Deze visies zijn de basis van het verdere overleg na goedkeuring van het parochiekerkenplan. Ze zijn richtinggevend en omvatten de ideeën en intenties van de parochies.

• Sint-Agathakerk - Sint-Agatha-Rode

Het idee voor de valorisatie in de toekomst, na de heropening, bestaat grotendeels uit twee verhaallijnen:

Verhaallijn 1 - Het educatief-toeristisch basisverhaal van de kerk

• Symboliek van een kerkgebouw

• De romaanse en gotische stijl

Dit verhaal zou de parochie willen uitwerken tot een permanente tentoonstelling in de zijbeuken van de kerk. Dit verhaal is bedoeld voor toeristen, maar ook voor eigen bewoners en vb. scholen.

De kerk is verbonden met de omgeving en de regio door onder andere de ijzerzandsteen die we ook in Loonbeek terugvinden. Via die steen kunnen we linken leggen naar andere plaatsen van betekenis in Huldenberg en daarbuiten. Dit schept potentieel voor toeristische routes. Vandaag lopen er al enkele wandel- en fietsroutes in de buurt van de kerk. Daar moet op ingespeeld worden.

Via de muurschilderingen is de kerk verbonden met de kerken van Loonbeek en Neerijse. Ook dat kan meegenomen worden in de toeristische verhaal. Er is ook een vestimentaire erfgoedcollectie van kazuifels die in de permanente tentoonstelling zou kunnen verwerkt worden in de zijbeuken.

De hele dorpskern van Sint-Agatha-Rode is beschermd. Ook dat is op zich een verhaal dat vanuit de kerk kan vertrekken.

Een belangrijke asset zou de ontsluiting van de grondvesten van de romaanse kerk zijn door zichtbaar te houden bij het leggen van de vloer. Technisch is dat natuurlijk mogelijk maar dat moet bekeken worden. Nu de kerk volledig open ligt is het wel het moment om dat in overweging te nemen. Dit zou bekeken moeten worden met de architect. In elk geval zijn er weinig kerken waar dat gebeurt en dat zou de kerk van Sint-Agatha-Rode wel een USP geven in de positionering op erfgoed- en toeristisch gebied.

Verhaallijn 2 - De kerk als cultuurlocatie

• Concerten

• Voorstellingen

• …

De kerk heeft een uitermate goede akoestiek waardoor ze zeer bruikbaar is voor het inrichten van concerten en voorstellingen. Nu de kerk in restauratie ligt kan er ook gekeken worden om de nodige stroomvoorzieningen te voorzien om professionele organisatie van concerten toe te laten.

Een bijkomende piste is de kerk beschikbaar maken als opnamestudio voor muziek en beeld. Dit kan een verdienmodel zijn waarbij de kerk middelen genereert die dan in haar verder onderhoud kan worden geïnvesteerd.

• Sint-Antoniuskerk Loonbeek – Kerk voor kunst

De Sint-Antoniuskerk wil in de toekomst focus van de valorisatie leggen op kunst.

Ze leent zich uitermate goed voor het organiseren van tentoonstellingen en in het verleden zijn er reeds succesvolle tentoonstellingen georganiseerd. Ze heeft ook een capaciteit van 120 stoelen wat mogelijkheden biedt.

Kunst kan breed geïnterpreteerd worden: schilderkunst, beeldhouwkunst, literatuur (lezingen, poëzieavonden, …), muziek. De akoestiek is niet 100% maar dat kunnen geluidstechnici wel oplossen (tapijten doen wonderen).

Er wordt ook een idee voorgesteld om te werken met ‘Artists in Residence’ of ‘Kunst in situ’ waarbij kunstenaars gedurende een bepaalde periode kunst kan creëren in functie van de kerk en haar ruimte(n). Het idee valt in goede aarde, maar ook hier zal in een volgend stadium verder nagedacht moeten worden wat kan en niet kan. Op die manier is een duidelijk referentiekader voor artiesten.

Daarnaast is het ook een doel om deze positionering als ‘Kerk voor Kunst’ ook buiten de parochiegrenzen van Loonbeek en Huldenberg bekend te maken. Hiervoor moet uiteraard een communicatiestrategie ontwikkeld worden, maar er moet ook aan de infrastructuur gewerkt worden:

• Expo bevestigen op de zijmuren waar aan kunstwerken met haken kunnen bevestigd worden.

• Investeren in sokkels (vb. voor beeldbouwwerken – kunnen ook zelf gemaakt worden)

• Investeren in een goede belichting van de kunstwerken. Dit kan vandaag met verstelbare LED-verlichting op discreet aangebrachte kabels in het schip van de kerk.

• Er moet gekeken worden voor een alarminstallatie

• De toegankelijkheid moet ook bekeken worden. Vandaag zijn de treden een

drempel voor mindervaliden. Kan opgelost worden door een hellend vlak. Mobiel wegens het beschermd karakter van de kerk.

• Elektriciteitsvoorzieningen checken naar capaciteit toe.

• Er moet ook rekening gehouden worden met organisatorische aspecten:

o De reservatieaanvragen en boekingen moeten gebeuren door de parochie zelf. Zij hebben rechtstreeks zicht op de planning (ivm begrafenissen, doopsels, …)

o Er wordt voorgesteld om een standaard draaiboek te maken per type organisatie. Hierdoor wordt er herhaald denkwerk bespaard en kan er ook zeer duidelijk gecommuniceerd worden naar potentiële organisatoren wat wel en niet kan, en wat onder de verantwoordelijkheid van de parochie valt en wat onder die van de organisator.

o Uitgangspunt moet zijn dat de extra activiteiten in de kerk niet alleen ten laste valt van de actuele parochieploeg. Organisatoren moeten hierop attent gemaakt worden.

o Er moet in het volgende stadium van uitwerking ook duidelijk gedefinieerd worden welk type organisaties kunnen doorgaan in de kerk en ook welke niet. Dit in het vooruitzicht van de latere communicatie.

o Er moet een verhuurovereenkomst met duidelijke tarieven gemaakt worden, waarin een onderscheid tussen lokale en niet-lokale organisaties gemaakt wordt en eventueel een onderscheid / prijzenstaffel per type organisatie (vb. prijs voor organisatie met inkomgeld / zonder inkomgeld).

• Sint-Niklaaskerk Ottenburg – Kerk van de menselijkheid

De Sint-Niklaaskerk wordt een open kerk. De kerkbeuk zal niet toegankelijk zijn, maar wel zichtbaar vanuit een bidkapel die men toegankelijk maakt via een deur in het portaal links als je binnenkomt. Vandaar kan men de kerk in haar geheel zien.

De Sint-Niklaasparochie wil in de toekomst de kerk openstellen rond het orgel en de orgelmuziek en ze wil de thema’s solidariteit, machteloosheid, angst, lijden, kwetsbaarheid enz… sterker in beeld brengen door aan deze thema’s gerelateerde activiteiten te ontplooien en aan te trekken (tentoonstellingen, voordrachten, lezingen, voorstellingen, concerten, …). Deze thema’s zijn te verbinden met de figuur van Sint-Niklaas en met de kruisweg en zijn bijzondere betekenis. De verhaallijn die hier naar boven komt is die van de menselijkheid, het mens-zijn in alle facetten.

Zonder afbreuk te doen aan de gedurfde ambitie moeten we onderkennen dat het een moeilijke ambitie is waarvoor veel samenwerking nodig zal zijn. Het is een inhoudelijke ambitie die voor de realisatie ervan input van buitenaf zal nodig hebben. Op zich is dat wel een zeer sterk punt omdat we daardoor effectief mensen en organisaties naar het kerkgebouw brengen.

• Sint-Pieter & Pauwelkerk Neerijse: Plaats voor brede zingeving

De parochie van Neerijse wil in de toekomst volop inzetten op de kerk als plaats voor brede zingeving. De nood aan zingeving is er vandaag steeds meer. Op de zogenaamde zingevingsmomenten zoals geboorte/doopsel, communie/vormsel, huwelijk en overlijden komen mensen gemakkelijker naar de kerk omdat ze op dat moment voor hen een zinvolle locatie is voor afscheid, verbondenheid, enz…

Het vraagstuk is nu hoe we de kerk kunnen openstellen voor zinzoekers tijdens tussen die rituele zingevingsmomenten door. Er zou hiervoor op drie niveaus gewerkt kunnen worden:

- Het eerste niveau is de kerk toegankelijk maken tussen de diensten. Een kerk die open is nodigt uit tot bezoek.

- Het tweede niveau zijn de bestaande rituele, kerkelijke, zingevingsmomenten waarop mensen vandaag uit zichzelf naar de kerk gaan.

- Het derde niveau is het organiseren van bepaalde activiteiten rond zingeving.

Het derde niveau vraagt een bepaalde aanpak. Er moet een werkgroep opgericht worden om dit te concretiseren en verder uit te denken. Het is namelijk enorm belangrijk dat het programma zich onderscheid van het culturele programma in de naburige steden en gemeenten. En die mogelijkheid is er.

Activiteiten rond zingeving zijn meestal niet die activiteiten die de grotere centra uit de omgeving gaan programmeren omdat hun zalen te groot zijn en de omvang van het publiek die op dergelijke zaken afkomt te klein is om rendabel te zijn. De kerk heeft daar een streepje voor gezien het unieke karakter als kerk-zijnde en de kleinschaligheid.

Mogelijke activiteiten zouden kunnen zijn:

• Theater met een betekenis/inhoud rond zingeving (try out circuit van theater bekijken)

• Boekvoorstellingen in samenwerking met religieuze en spirituele uitgeverijen

• Lezingen

Alles moet uiteraard bekeken worden in functie van de haalbaarheid qua mankracht en tijd. Er moet ook voor gewaakt worden dat we geen activiteiten gaan organiseren om activiteiten te organiseren.

Zin zoeken en vinden is vandaag een individueel gegeven geworden. Mensen gaan dit minder in groep gaan beleven en zoeken. Hier moet rekening mee gehouden worden. De grootste uitdaging is de mensen aanspreken in hun individuele zinvinding, zoektocht naar stilte en bezinning.

• Onze-Lieve-Vrouwekerk Huldenberg

De vraag stelt zich of deze kerk wel bijkomende nevenbestemmingen nodig heeft.

De kerk voor andere zaken openstellen zou telkens veel aanpassing vragen en ruimtelijk is ze ook beperkter dan de andere kerken in Huldenberg.

Het verhaal van de kerk is bovendien door rijke verzameling kunstwerken sterk genoeg voor verdere valorisatie. Die valorisatie zou om die redenen best gericht zijn op het bekender maken van de kerk zoals ze vandaag is, bij het bredere publiek, waarmee we zowel de inwoners van Huldenberg als de bezoekers van buitenaf bedoelen. De kerk toegankelijker maken buiten de uren van de dienst is dus ook hier een belangrijke topic.

Het erfgoed/toerisme-verhaal heeft hier nog voldoende potentieel om op in te zetten op korte termijn:

- Rijke kunstverzameling

- Een toegankelijke zolder

- De toren is toegankelijk

- De unieke ligging op de heuvel

We moeten kijken hoe we de OLV-kerk kunnen inpassen in het toeristisch aanbod van de gemeente, regio en provincie voor groepsbezoeken. Deze gebeuren op afspraak en vragen dus minder werk en tijd dan de kerk voor individuele bezoekers op te stellen.

3.2. Plan van aanpak hoe de toekomstige invullingen zullen worden onderzocht

Overlegorganen

• Structureel overleg

Uit de stuurgroep die tot dusver het kerkenbeleidsplan getrokken heeft moet een structureel overleg ontstaan dat:

op korte termijn:

• de concrete acties per parochiekerk definieert op korte en lange termijn

• de uitrol van de acties op korte termijn coördineert

op lange termijn:

• de denkoefeningen op lange termijn initieert en opvolgt inzake de mogelijke herbestemming van de kerken.

De stuurgroep rapporteert aan het Centraal Kerkbestuur en het Gemeentebestuur en is verantwoordelijk voor de uitvoering en opvolging van het kerkenbeleidsplan.

De stuurgroep komt regelmatig bij mekaar. Bij opstart is dat idealiter maandelijks het geval. Na verloop van tijd kan dit twee- of driemaandelijks gebeuren.

Jaarlijks wordt er een evaluatievergadering gehouden en een jaarverslag gemaakt van de werking van de stuurgroep en de werkgroepen in het kader van het kerkenbeleidsplan.

• Werkgroepen per kerk

Elke parochie heeft tijdens het traject aangegeven te kiezen voor een bepaalde visie. Elk van deze visies vraagt een concrete aanpak. We stellen daarom voor om per kerk een werkgroep samen te stellen die de denkpiste / visie verder uitwerkt.

In de hiervoor vermelde visies wordt reeds heel wat materiaal voor de verdere denkoefeningen aangereikt. Het punt is om in de weken en maanden volgend op de finalisering van het kerkenbeleidsplan Huldenberg per kerk te beslissen wat er zal/kan uitgewerkt worden en wat niet.

Deze werkgroep kan het parochieteam zijn, maar dat lijkt niet aangewezen omdat dan de parochiale werking ook onder druk komt te staan. De werkgroepen zijn ook een ideaal gegeven om nieuwe mensen naar de kerkgebouwen te trekken om mee na te denken.

Het is ook van groot belang dat elke stuurgroep een sterke drijvende kracht heeft die het traject levendig houdt.

Actieplan te nemen op korte termijn

• Finalisering van het kerkenbeleidsplan + communicatie hierover

• Samenstelling/doorstart stuurgroep

• Samenstelling van de werkgroepjes per parochie

• Infosessie/brainstorm met Open Kerken vzw en CRKC vzw over het open kerken-gegeven en concrete cases van nevenbestemming

• Uitwerking toeristisch verhaal rond de kerkgebouwen i.f.v. toerismeseizoen 2018

BESLUIT